Zowel voor personen die van nature zeer slank zijn als voor personen die door ziekte fel vermagerd zijn, is het vaak zeer moeilijk om in gewicht toe te nemen. Net als bij personen met overgewicht, wordt er steeds gekeken naar de lichaamssamenstelling, d.m.v. een BI(v)A-meting. Afhankelijk van de manier waarop het lichaam opgebouwd is, moeten er immers andere accenten gelegd worden binnen het dieet. Zo is het gewoonlijk niet de bedoeling om in gewicht toe te nemen door een extra vetlaagje te sparen, maar is het net de bedoeling om extra spiermassa te krijgen en je gezonder en fitter te voelen.
Bij het opstellen van het dieet wordt er steeds vertrokken van de huidige voedingsgewoonten om dan samen op zoek te gaan naar haalbare aanpassingen die zullen leiden tot een toename in gewicht. Aangezien niet alleen het gewicht, maar ook de samenstelling van het lichaam belangrijk is, wordt er ook bij de opvolgconsultaties regelmatig een BI(v)A-meting gedaan om te na te gaan dat ook de samenstelling van het lichaam in de goede richting evolueert. Afhankelijk van het aantal kilo’s waarmee het gewicht moet toenemen en de tijdspanne waarbinnen deze gewichtstoename verwacht wordt, wordt er getracht om uitsluitend met aangepaste gezonde voedingsmiddelen te werken, of wordt er net getracht om naast een aangepaste voeding ook bijvoedingen in te schakelen. Zodra het gewenste gewicht benaderd wordt, worden de eventuele bijvoedingen opnieuw afgebouwd en wordt er gezocht naar manieren om het nieuwe gewicht te behouden, door haalbare lange termijn aanpassingen aan de voeding.