Een voedselintolerantie wordt vaak verward met een voedselallergie. Bij een voedselintolerantie speelt het immuunsysteem van het lichaam echter geen rol.
Een voedselintolerantie wordt veroorzaakt door:
een tekort aan een bepaald enzym in het lichaam zoals bij lactose-intolerantie
een tekort aan een transporteiwit in de darmen zoals bij fructose-intolerantie
door stoffen die van nature in de voeding aanwezig zijn zoals histamine
door additieven die toegevoegd worden aan voedingsmiddelen zoals kleurstoffen
In tegenstelling tot een allergische reactie moet je bij een intolerantie een bepaalde hoeveelheid opnemen om een reactie uit te lokken (dit heet grenswaarde of tolerantiegrens). Deze grens is bij iedereen verschillend. De klachten die optreden komen daardoor meestal geleidelijk. Ze zijn van dezelfde aard als de klachten van een voedselallergie. Over het algemeen zijn ze minder ernstig.
De klachten zijn persoonsgebonden en gaan van zeer mild tot zeer ernstig. Ze zijn beperkt tot één symptoom of een verzameling van symptomen.
Klachten kunnen zich uiten via:
de luchtwegen: hoesten, piepende adem, kortademig, pijn op de borst, benauwd, vernauwde keel, hese stem, waterige ogen, niezen, verstopte neus, lopende of jeukende neus
de huid: uitgebreide roodheid, uitslag over hele lichaam, zwelling van tong/lippen, jeuk
maag en darmen: braken, diarree, slikproblemen, misselijkheid, pijn, krampen
de hersenen: angst, hoofdpijn, metaalsmaak
het hart: bleke of blauwe huid, zwakke pols, duizeligheid, verwardheid, shock, bewusteloosheid
Voor de behandeling van een voedselintolerantie starten we met een eliminatiedieet. Daarna herintroduceren we de voedingsstof. Zo bepalen we de grenswaarde.