Ingrediënten voor 4 personen:
600 g varkensruggebraad
3 eetlepels graantjesmosterd
1 eetlepel gedroogde rozemarijn
4 kleine stronkjes witlof
4 dikke wortels
3 preiwitten
1 l groentebouillon
1 dessertlepel gedroogde tijm
1 dessertlepel honing
1 eetlepel bakboter + 2 dessertlepels olijfolie
2 eetlepels bloem
800 g aardappelen
2 eieren
200 ml sojaroom light
1 eetlepel maïszetmeel
Lookpoeder, kruidnoot, peper en zout volgens behoefte
Bereiding:
Verwarm de oven voor op 180°C.
Meng de mosterd met de rozemarijn. Dep het gebraad droog en smeer het in met het mosterd-rozemarijnmengsel.
Laat de boter smelten in een pan en korst het gebraad even aan, aan alle zijden. Leg het gebraad vervolgens in een ovenschotel en zet gedurende +/- 45 minuten in de oven. Hou de pan opzij.
Zet een kookpot met water voor de aardappelen op het vuur en breng het water aan de kook. Was en schil de aardappelen en snij ze in blokjes. Kook ze gaar zodra het water kookt.
Was en kuis de groenten. Snij de wortels in schijfjes, de prei in ringen en laat de stronkjes witlof heel.
Verhit een dessertlepel olijfolie in een pan en voeg de preiringen toe. Roer regelmatig om tot de prei gaar is en in volume gekrompen is. Voeg vervolgens de bloem toe en laat nog even mee bakken onder regelmatig omroeren.
Scheid ondertussen het eigeel van het eiwit en klop de eiwitten stijf.
Bekleed een ovenschaal met bakpapier. Roer het preimengsel voorzichtig onder het opgeklopt eiwit, tot een goed gemengd geheel en vorm ronde koekjes van dit mengsel op de bakplaat. Laat de koekjes 10 tot 15 minuten mee bakken in de oven.
Giet de aardappelen af zodra ze gaar zijn en laat even uitdampen. Kruid met lookpoeder en kruidnoot, stamp de aardappelen fijn, voeg de eidooiers toe en meng tot een vaste puree. Indien de puree te vast is, voeg dan eventueel een klein beetje melk toe, maar maak hem zeker niet te vochtig.
Bekleed een bakplaat (of een ovenschotel) met bakpapier. Doe de puree in een spuitzak (of een diepvrieszakje waarvan je een hoekje af knipt) en spuit de puree in hoopjes. Zet de gespoten puree gedurende 10 minuten mee in de oven.
Breng de groentebouillon aan de kook met daarin de stronkjes witlof. Laat sudderen tot het witlof gaar is.
Verhit een dessertlepel olie in een kookpot. Voeg de wortelschijfjes toe en roer om. Zet het vuur wat lager en voeg de honing en de tijm toe en blijf regelmatig omroeren, tot de wortels gaar zijn.
Doe een beetje water in de pan waarin het gebraad aangekorst werd en roer de aangebakken restjes mosterd los. Voeg de sojaroom toe. Indien nodig bijkruiden met peper en een beetje zout. Los het maïszetmeel op in wat water en voeg beetje bij beetje toe aan de saus tot deze de gewenste binding bereikt.
Haal het gebraad uit de oven en snij het in plakken. Dresseer de borden en eet smakelijk!
Nota's:
Extra kruiden met peper en zout kan, maar persoonlijk vind ik de smaken van vlees en groenten in combinatie met de mosterd en de andere kruiden die voorzien werden voldoende.
Dit is een traditioneel zondags gerecht, dat zeker niet misstaat op een traditioneel kerstmenu. Op een doordeweekse zondag na een soepje als voorgerecht misstaat dit zeker niet, maar als je met de feestdagen je menu wat uitgebreider maakt, voorzie dan per persoon een kleinere portie, want anders heb je gegarandeerd nog restjes over voor de volgende dagen!
Dit gerecht levert 594 kcal per portie en meer dan 10 g vezels. Het is lekker en je houdt er lang een goed gevuld gevoel aan over.
