Op 3 maart 2020 werd een nieuwe Yale studie gepubliceerd in Cell Metabolism (https://www.cell.com/cell-metabolism/fulltext/S1550-4131(20)30057-7) met als titel ‘Short-term consumption of sucralose with, but not without, carbohydrate impairs neural and metabolic sensitivity of sugar in humans’. Het gaat hier over een eerste onderzoek, dat bijkomend onderzoek vraagt, waarbij de titel vrij goed de lading dekt, maar aangezien het hier gaat over geheel nieuwe inzichten, wil ik deze info graag met jullie delen.
Om te beginnen gaat het in dit onderzoek niet over zoetstoffen in het algemeen, maar over sucralose. Sucralose, ook bekend als E955, is een interessante zoetstof, aangezien ze geproduceerd wordt uit suiker, dezelfde smaak heeft als suiker, maar dan vele malen geconcentreerder, geschikt is voor warme bereidingen en niet door het lichaam kan afgebroken worden, waardoor deze zoetstof dus geen calorieën levert aan het lichaam. Sucralose is te vinden onder de vorm van kristallen, ideaal om te bakken, maar ook als tafelzoetstof onder de vorm van tabletjes. Daarnaast wordt het ook frequent gebruikt in bereide voedingsmiddelen, zoals verwerkt fruit, (light)frisdranken, kauwgom, zuivelproducten, saladedressings, maar ook in ijs en gebak.
Daarnaast gaat het ook niet over koolhydraten in het algemeen, maar over maltodextrine. Maltodextrine is een complexe polymeer van glucose. Het komt voor in poedervorm, of vloeibaar als glucosestroop, en wordt gewonnen uit zetmeel. Meestal wordt het gewonnen uit maïs, maar dit kan ook uit andere zetmelen, zoals aardappelzetmeel of tarwezetmeel. Het is licht zoet van smaak en aangezien het minder glucosedeeltjes per polymeer bevat, wordt het snel in heet bloed opgenomen en om deze reden vaak gebruikt als energiebron voor sporters. Maltodextrine komt voor als bindmiddel in zetmelen, als vulmiddel in medicatie en het wordt vaak toegevoegd aan stevia om de bittere nasmaak te maskeren. Verder wordt het zowel in poedervorm als inder de vorm van glucosestroop vaak toegevoegd aan bereide voedingsmiddelen, zoals puddingpoeder en pannenkoekenmix, sportdranken, fruit en soep in blik, suikervervangers, saladedressings en sauzen. De kans is m.a.w. vrij groot dat je tijdens een maaltijd op een of andere manier maltodextrine binnen krijgt.
De conclusie van dit onderzoek was initieel niet het opzet van het onderzoek, maar eerder een toevallige ontdekking. Het oorspronkelijk opzet van het onderzoek was om na te gaan of een zoete smaak zonder calorieën invloed had op de smaakbeleving en de reacties van het lichaam, waarbij proefpersonen gedurende 2 weken, 7 drankjes kregen ofwel op basis van sucralose, ofwel op basis van suiker, ofwel op basis van sucralose met maltodextrine. Gezien de reactie op de combinatie van sucralose met maltodextrine, werd daar nadien ook een vervolgonderzoek aan gekoppeld met drankjes op basis van maltodextrine.
De perceptie van smaak veranderde in geen van de groepen. De reactie op zoet in de hersenen verminderde in de groep die de combinatie van sucralose en maltodextrine kreeg, terwijl dit in geen van de andere groepen het geval was. Bovendien verminderde ook de insulinegevoeligheid bij de groep die de combinatie van sucrose en maltodextrine kreeg, daar waar ook dit in geen van de andere groepen het geval was.
Wat betekent nu ‘insulinegevoeligheid’?
Wanneer iemand iets eet waarin koolhydraten zitten, wordt dit afgebroken tot glucose die vanuit onze darmen in ons bloed opgenomen wordt. Glucose wordt vervoerd door ons bloed, maar het is niet de bedoeling dat dit in ons bloed blijft zitten, want dan wordt onze suikerspiegel te hoog en hebben we diabetes. Wanneer onze suikerspiegel stijgt, dan gaat er een signaal via onze hersenen naar de β-cellen van de pancreas. Deze cellen produceren dan insuline (behalve bij type 1 diabeten). Insuline moet je zien als een sleutel en al onze lichaamscellen moet je zien als een huisje met een deur die op slot is. Insuline is de sleutel die de deur van het husje van onze lichaamscellen open maakt, zodat glucose uit het bloed in onze lichaamscellen kan opgenomen worden. In onze lichaamscellen wordt deze glucose verbrand tot energie, die door de lichaamscellen gebruikt wordt om hun functie uit te voeren. Wanneer de insulinegevoeligheid vermindert, dan past je eerste sleutel niet op de deur, maar misschien pas de derde, met als gevolg dat je lichaam veel meer insuline moet produceren om evenveel glucose uit het bloed op te nemen. Het gevolg hiervan is dat je pancreas veel harder moet werken en bijgevolg gemiddeld genomen dus ook sneller verslijt dan bij een persoon met een gewone insulinegevoeligheid. Bovendien kan het zijn dat je pancreas voldoende insuline kan produceren om voldoende glucose op te nemen uit je bloed bij een gewone insulinegevoeligheid, maar onvoldoende om te voldoen aan de verhoogde vraag bij een verminderde insulinegevoeligheid. In dit laatste geval wordt er onvoldoende glucose opgenomen uit je bloed, waardoor je suikerspiegel in je bloed stijgt en er sprake is van diabetes type 2. Met andere woorden, bij diabetes type 2 is er een verminderde insulinegevoeligheid, maar dit is ook het geval bij personen met overgewicht of obesitas (vandaar het verhoogde risico op het ontwikkelen van diabetes type 2 in deze groep) en blijkbaar ook bij personen die sucralose combineren met maltodextrine.
Uit dit onderzoek kan je dus concluderen dat er op zeer korte termijn een negatieve impact is op de insulinegevoeligheid van personen die sucralose combineren met maltodextrine en dat deze personen een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van diabetes type 2. Verder kan je ook besluiten dat voor personen met diabetes het beter is om sucralose niet te combineren met maltodextrine, om te vermijden dat de insulinegevoeligheid verder vermindert. Zoals reeds vermeld werd aan het begin van dit artikel, gaat het over een eerste, toevallige, ontdekking en is er meer onderzoek nodig om dit te bevestigen en definitieve conclusies en richtlijnen te trekken uit dit onderzoek.
Mijn persoonlijke mening als diëtist?
Zonder bijkomend onderzoek en bewijs in deze richting, ben ik niet geneigd aanpassingen te maken aan de adviezen voor gezonde personen met een normaal gewicht. Echter, voor personen met overgewicht of diabetes, die sowieso al een verminderde insulinegevoeligheid hebben, ben ik geneigd om het gebruik van de combinatie van sucralose en maltodextrine af te raden, tot uit bijkomend onderzoek zou blijken dat de conclusies die voortkomen uit dit onderzoek fout zouden zijn. Concreet is maltodextrine in een maaltijd moeilijk te vermijden en vertaalt zich dit vooral naar het vermijden van sucralose bij een maaltijd. Het strooipoeder van Canderel bevat bij nazicht van de verpakking zowel sucralose als maltodextrine. Bij het gebruik van zoetstoffen, zou ik dus eerder andere zoetstoffen aanbevelen van dit of een ander merk. Verder zou ik aanbevelen om verpakkingen, zeker van (light)dranken, na te kijken op sucralose en deze producten bij de maaltijd te vermijden. Deze adviezen wil ik toevoegen aan mijn gebruikelijke adviezen bij personen met overgewicht en diabetes. Verder ben ik benieuwd naar bijkomend onderzoek over dit onderwerp en de aanpassing van eventuele dieetrichtlijnen en voedingssamenstellingen van producten.