Eosinofiele oesofagitis

Wat is eosinofiele oesofagitis?
Laat ons inderdaad beginnen bij het begin. In dit rubriekje gaat het gewoonlijk over allergieën en intoleranties, maar eosinofiele oesofagitis klinkt niet meteen als een allergie. Het achtervoegsel ‘itis’ doet bij sommigen misschien een belletje rinkelen, want het betekent inderdaad dat het hier gaat over een ontsteking en de bijgevoegde foto geeft aan dat het iets met de slokdarm te maken heeft, maar om toe te lichten wat het nu precies is, grijpen we terug naar de definitie die in 2021 opgesteld werd door ESPGHAN: Eosinofiele oesofagitis (EOE) is een chronische lokale immuun gemedieerde slokdarmziekte die klinisch gekenmerkt wordt door symptomen die verband houden met slokdarmdysfunctie en histologisch door eosinofielen-overheersende inflammatie.
De definitie klinkt nog steeds zeer ingewikkeld, maar door er stukje bij beetje samen doorheen te gaan, wordt het wellicht wat duidelijker. Oesofagitis is een ontsteking van de oesofagus, ofwel de slokdarm. In het eerste stukje van de definitie staat dat het chronisch is, lokaal en immuungemedieerd. Chronisch wil zeggen dat het een langrurig aanwezige ziekte is, waar je wellicht niet zal van genezen. Het is een lokale ziekte en lokaal wil in dit geval zeggen met klachten ter hoogte van de slokdarm. EOE is immuun-gemedieerd, wat wil zeggen dat het een reactie is waarbij het immuunsysteem betrokken is. Als we dan verder springen naar het einde van de definitie, dan staat er dat de ziekte histologisch, dus op weefselniveau, gekenmerkt wordt door eosinofielen-overheersende inflammatie of ontsteking. Eosinofielen zijn een bepaald type van witte bloedcellen en witte bloedcellen maken deel uit van ons immuunsysteem, dus ons immuunsysteem is betrokken aangezien er eosinofielen aanwezig zijn. Tenslotte staat er ook nog vermeld dat het gekenmerkt wordt door een slokdarmdysfunctie. Dit wil zeggen dat de normale werking van de slokdarm verstoord is. Hierop komen we later in dit artikel terug.

Een jonge ziekte
Het feit dat bovenstaande definitie opgesteld werd in 2021, wijst erop dat EOE nog een jonge ziekte is. De ziekte werd voor het eerst beschreven in de jaren ’90 van de vorige eeuw en onderzoek maakt dat de ziekte nog in volle evolutie is, omdat er beetje bij beetje meer over bekend wordt door onderzoek. Er is geen sprake van een allergische reactie in de strikte zin van het woord, maar er is wel al langer bekend dat de reacties verband houden met specifieke voedingseiwitten. Om die reden werd er in de jaren 2000 een aminozuurdieet aanbevolen, waarbij voedingseiwitten uit voedingsmiddelen zoals wij ze kennen vermeden dienden te worden. Aminozuren zijn de basisbouwstenen van eiwitten en tijdens het verteringsproces worden eiwitten ook weer afgebroken tot deze basisbouwstenen. Dit dieet had dus een duidelijke en ernstige impact op de dagelijkse voeding en dus ook op het dagelijkse leven. In 2005 werd dit vervangen door het 6-food eliminatiedieet. In 2014 kwam het 4-food eliminatiedieet en sinds 2019 is er het 2-food eliminatiedieet. Men is er inmiddels achter gekomen dat een aantal voedingseiwitten, die weliswaar deel uitmaken van onze dagelijkse voeding. De betreffende voedingseiwitten gaan lokaal in de slokdarm een immuunreactie uitlokken, waardoor er eosinofielen aangetrokken worden. Deze eoasinofielen veroorzaken een lokale ontstekingsreactie in de slokdarm. Na zo’n ontsteking blijft er littekenweefsel achter en dit littekenweefsel op zich betekent schade aan de slokdarm. De slokdarm is immers een ‘rekbare buis’, maar het littekenweefsel is een stuk minder rekbaar dan de rest van de slokdarm. Met deze eliminatiediëten probeert men de voedingseiwitten te vermijden die ervoor zorgen dat de slokdarm opnieuw ontstoken geraakt om op die manier bijkomende schade te vermijden. Daar waar men oorspronkelijk startte met het vermijden van zo veel mogelijk uitlokkende eiwitten (6-food eliminatie) en men vervolgens probeerde om de eiwitten terug toe te voegen om te zien of de ziekte al dan niet onder controle bleef, is men ondertussen geëvolueerd naar een eliminatiedieet waarbij de 2 meest voorkomende uitlokkende eiwitten (2-food eliminatie) vermeden worden, wat in de meeste gevallen voldoende is om de ziekte onder controle te houden, en waarbij men meer voedingsmiddelen gaat elimineren indien blijkt dat het elimineren van 2 voedingsmiddelen toch onvoldoende resultaat geeft.
Oorspronkelijk was er alleen een dieet dat kon toegepast worden bij EOE. Er werden soms ook maagzuurremers voorgeschreven, maar specifieke medicatie was er niet beschikbaar. Ondertussen is er wel aangepaste medicatie op de markt. Desondanks verliest het dieet niet aan waarde bij de behandeling.Voorkomen, klachten en vaststelling van de ziekte
EOE komt voor bij 1-4/10000 kinderen en bij 5-7/10000 volwassenen. Het komt 3 keer meer voor bij mannen dan bij vrouwen. De diagnose wordt ook steeds vaker gesteld. Dit komt niet omdat het in werkelijkheid meer voorkomt, maar wel omdat het nog een jonge ziekte is en doordat ze meer en meer bekend wordt, er ook vaker aan gedacht wordt als mogelijke oorzaak van bepaalde klachten en er dus vaker gericht onderzoek gebeurt.
De klachten kunnen verschillen bij kinderen t.o.v. bij volwassenen. De meest voorkomende symptomen bij kinderen zijn: buikpijn, braken, slikproblemen, voedselweigering, voedselimpactie (eten dat niet goed zakt in de slokdarm) en groeiachterstand. De meest voorkomende symptomen bij volwassenen zijn: slikproblemen, het gevoel dat er een brok in de keel zit, voedselimpactie (eten dat niet goed zakt in de slokdarm), gewichtsverlies, pijn achter het borstbeen, zuurbranden, hoesten na een maaltijd, moeilijkheden met eten, reflux en misselijkheid. Soms blijft het voedsel letterlijk vast zitten en moet dit in het ziekenhuis verwijderd worden.
Wanneer de klachten aan EOE doen denken, of wanneer in het ziekenhuis een voedselbrok verwijderd moet worden, en er aan EOE gedacht wordt, gebeurt er onderzoek naar de ziekte, waarbij er via een endoscopie gekeken wordt naar eventuele ontstekingen van en littekenweefsel in de slokdarm. Gewoonlijk gebeurt er ook een biopsie waarbij er gezocht wordt naar de aanwezigheid van eosinofielen in het biopt. Wanneer de ziekte vastgesteld wordt en er wordt een eliminatiedieet opgestart, dient er telkens opnieuw door middel van een biopsie nagegaan te worden wat de invloed van het dieet op de ziekte is. Wanneer de uitlokkende voedingseiwitten gekend zijn, kunnen deze op lange termijn uit de voeding geschrapt worden en kan de ziekte op deze manier onder controle gehouden worden.
Ik hoor sommigen onder u al denken: ‘Hoe complex, kan dit niet eenvoudiger aangepakt worden en merk je geen beterschap zonder biopsie? Is het dieet dan wel zinvol?’ De gevolgde weg is inderdaad eerder complex en het feit dat er enkele endoscopieën en biopsieën nodig zijn is natuurlijk niet het fijnste vooruitzicht. Wanneer er voedsel in de slokdarm blijft vastzitten is dit ook niet de meest aangename ervaring. Het voedsel dat blijft vastzitten is bovendien ook niet het voedsel dat de ontsteking uitlokt. Het voedsel dat blijft vastzitten is vaak vezelig vlees, terwijl vlees geen gekende uitlokkende factor is voor EOE. Vlees is echter wat taaier van structuur en het kan bijgevolg al sneller een blokkade veroorzaken in de ontstoken en vernauwde slokdarm.
Wanneer de uitlokkende voedingsmiddelen gekend zijn en de ziekte in de toekomst onder controle kan gehouden worden, kan de slokdarm doormiddel van een ballonnetje opgerekt worden, waardoor de diameter opnieuw vergroot en eten terug een aangenamere ervaring kan worden.
Kan de ziekte daarentegen niet onder controle gehouden worden, dan zullen op termijn wellicht andere voedingsaanpassingen nodig zijn, met name een overschakeling naar meer gemalen en gemixte voeding, opdat de nauwe doorgang in de slokdarm kan gepasseerd worden.
Hoewel een voedseleliminatie niet altijd eenvoudig is, is naar mijn gevoel het voorkomen van bijkomende slokdarmschade en bijgevolg ook bijkomende klachten nog altijd beter dan het verplicht moeten schrappen van een hele hoop voedingsmiddelen, omdat de doorgang in de slokdarm te nauw geworden is! Dus heb je zelf last van EOE en wil je de uitlokkende voedingseiwitten identificeren? Maak dan gerust een afspraak, zodat we samen op zoek kunnen gaan naar jouw gezonde voeding!




Consultaties enkel op afspraak.
Raadpleeg mijn online agenda
of maak een telefonische afspraak.
+32(0)15 68 24 60

Natacha Van der Auwermeulen
Diëtiste & voedingsdeskundige
RIZIV: 5-64674-60-601

Mijn gezonde voeding
Bergstraat 25
2220 Heist-op-den-Berg
info@mijngezondevoeding.be
BTW BE 0700.497.475

Volg ons op facebook

Mijn gezonde voeding is lid van:
de AllergieDiëtisten & de Vlaamse
Beroepsvereniging van Diëtisten