Koemelkeiwitallergie en dysbiose: een verband?

Dit artikel gaat vooral over koemelkeiwitallergie bij zuigelingen en jonge kinderen, het verschil tussen borstvoeding en flesvoeding en dan vooral de impact hiervan op het darmmicrobioom en de invloed van dit darmmicrobioom op het voorkomen van infecties. De basis voor dit artikel vond ik op de website van Nutricia wat er mogelijk voor zorgt dat de informatie wat gekleurd is. Er zijn echter andere bronnen die dit onderzoek ondersteunen, wat positief is voor de geloofwaardigheid ervan. Aan de andere kant is een van de besproken onderwerpen het darmmicrobioom en ook al weten we hier hoe langer hoe meer over, naarmate we meer te weten komen, stellen we alleen maar vast dat we voorlopig slechts het topje van de ijsberg ontdekt hebben. Aan het begin van dit artikel wil ik dus reeds vermelden dat wat vastgesteld wordt interessant is, maar dat verder en uitgebreider onderzoek zeker nodig is om een en ander te bevestigen en uit te diepen.

Hoe zit het ook alweer met ons darmmicrobioom?
In onze darmen leven gigantische hoeveelheden bacteriën. We leven in symbiose samen met deze bacteriën, wat wil zeggen dat we elkaar verdragen en elkaar zelfs helpen. Wij helpen de bacteriën in onze darmen door te eten en de niet verteerbare resten door te geven aan de bacteriën in onze darmen, zodat zij deze als voedingsbodem kunnen gebruiken. Aan de andere kant zorgen bacteriën ook voor ons, o.a. door voor ons vitamine B12 te produceren.
Baby’s hebben bij de geboorte echter zo goed als geen darmbacteriën. Dit evolueert echter zeer snel in de loop van de eerste 2 levensjaren. Factoren die een invloed hebben op de ontwikkeling van het darmmicrobioom zijn o.a.:

  • Tijdens de zwangerschap:
    • Zwangerschapsduur
    • Allergieën
    • Omgevingsfactoren van de moeder, zoals stress, voeding tijdens het laatste trimester, BMI, roken
  • Tijdens de geboorte:
    • De manier van bevallen
  • Als zuigeling:
    • Borst- of flesvoeding
    • Voedingsallergie
  • Tijdens de vroege kinderleeftijd:
    • Introductie van vast voedsel
    • Voedingsallergie
  • Tijdens de ganse periode:
    • Antibioticagebruik

Een gezond darmmicrobioom kan bescherming bieden tegen infecties, door:

  • Competitie te bieden op gebied van aanhechtingsplaatsen en voedingsstoffen
  • Productie van bacteriële stofwisselingsproducten zoals korteketenvetzuren
  • Het creëren van een zure omgeving (lage pH)
  • Productie van antimicrobiële stoffen zoals antimicrobiële peptides
  • Het ondersteunen van de epitheliale en mucosale barrière.

Wanneer er echter veel negatieve factoren zijn, zoals antibioticagebruik, dan kan dit resulteren in een dysbiose, m.a.w. een verschuiving van het microbieel evenwicht in de darmen, waardoor schadelijke bacteriën meer groeikansen krijgen. Deze dysbiose kan ontstaan door:

  • Meer potentieel ziekteverwekkende bacteriën
  • Veranderingen in de diversiteit van de (goede) bacteriën
  • Verlies van gunstige bacteriën.

Er zijn ontzettend veel gekende bacteriestammen en –groepen en er worden er steeds nieuwe ontdekt. Alle stammen opnoemen zou ons dan ook te ver leiden, maar enkele voorbeelden van doorgaans gunstige bacteriën zijn de bifidobacteriën en de lactobacillen, terwijl clostridia doorgaans ongunstig zijn. Zowel gunstige als ongunstige bacteriën komen voor in onze darmen, maar daarbij is het belangrijk dat er een correct evenwicht gehandhaafd wordt. Met name de goede darmbacteriën zorgen voor de bescherming van ons lichaam tegen infecties.

Hoe zit het met het verschil tussen borstvoeding en flesvoeding?
Moedermelk bevat prebiotische vezels (human milk oligosaccharides). Deze prebiotische vezels worden niet verteerd in de darmen, zodat ze in de dikke darm gefermenteerd worden en de groei van goede darmbacteriën stimuleren. Ze verminderen ook de aanwezigheid van pathogenen in de darm. Daarnaast bevat moedermelk ook goede bacteriën of probiotica, zoals bifidobacteriën. Moedermelk is m.a.w. symbiotisch: ze bevat zowel prebiotische vezels als goede bacteriën, zodat deze samen zorgen voor positieve effecten op het immuunsysteem van zuigelingen.

Moedermelk bevat alle voedingsstoffen die een zuigeling nodig heeft en is automatisch aangepast aan de leeftijd en de wisselende behoeften van de baby. Het is dan ook de kunst om flesvoeding zo goed mogelijk af te stemmen op borstvoeding, in functie van de leeftijd van de baby. De productie van flesvoeding vertrekt doorgaans van koemelk, waaruit een aantal stoffen verwijderd worden (bv. het teveel aan eiwitten) en waaraan andere stoffen weer toegevoegd worden (bv. bepaalde vitaminen en mineralen). De standaard zuigelingenvoeding bevat echter nog niet de prebiotische vezels en de gunstige bacteriën die voorkomen in borstvoeding, al zijn er ook op dit vlak veranderingen bezig.

Wat is nu het verband met koemelkeiwitallergie?
Zo’n 70% van onze immuuncellen bevindt zich in de darm. Deze immuuncellen hebben een belangrijke functie zoals:

  • Bescherming tegen pathogene ziekteverwekkers
  • Het verder versterken van het immuunsysteem van het lichaam
  • Een positieve bijdrage leveren aan het metabolisme.

Een verstoring van het darmmicrobioom op jonge leeftijd is gelinkt aan aandoeningen zoals astma, metabool syndroom, hart- en vaatziekten en obesitas.

Bij een voedselallergie is er geen normale reactie op een bepaald voedingsmiddel en treedt het immuunsysteem in werking. Onderzoek bij kinderen met koemelkeiwitallergie toont aan dat dit ook een invloed heeft op het darmmicrobioom. Hier ontstaat immers een dysbiose en er worden minder gunstige bacteriën dan gewenst teruggevonden, zoals bifidobacteriën en lactobacillen, en meer ongunstige bacteriën zoals clostridia. Een reden te meer dus om de borstvoeding zo lang mogelijk verder te zetten en je baby op die manier de beste voeding te geven. Dit wil wel zeggen dat de moeder koemelk volledig uit haar dieet moet schrappen, want deze eiwitten worden via de borstvoeding aan de baby doorgegeven, waardoor deze hierop kan reageren.
In sommige gevallen kan het toch nodig zijn om om te schakelen naar flesvoeding. Speciaal voor deze baby’s bestaat er hypoallergene melkvoeding, die evengoed vertrekt van koemelk als basis, maar waarbij de eiwitten in stukken geknipt zijn, zodat ze niet langer een reactie uitlokken. Ondertussen werd er ook hypoallergene zuigelingenvoeding ontwikkeld, waaraan symbiotica toegevoegd werden om op die manier de samenstelling van moedermelk beter te benaderen. Voor onderzoeksdoeleinden werd dan ook een groep kinderen met koemelkeiwitallergie gevolgd die deze aangepaste hypoallergene zuigelingenmelk kregen en werd deze groep vergeleken met gezonde borstgevoede zuigelingen en koemelkeiwitallergische kinderen die aangepaste zuigelingenvoeding kreeg zonder symbiotica.
Conclusie van dit onderzoek is dat koemelkallergische zuigelingen die de aangepaste hypoallergene melk kregen een darmmicrobioom had dat het darmmicrobioom van gezonde borstgevoede kinderen benadert, met meer gunstige en minder ongunstige darmbacteriën. Daarnaast werd en ook een aantal gezondheidsvoordelen vastgesteld t.o.v. de controlegroep van flesgevoede kinderen:

  • Er werden duidelijk minder infecties vastgesteld. Tijdens deze infecties waren er ook duidelijk minder perioden met koorts en waren er maar half zo veel antibioticakuren nodig (die op hun beurt weer een negatieve invloed hebben op het darmmicrobioom).
  • Er waren minder gastro-intestinale klachten: de ontlasting benadert meer de ontlasting bij borstvoeding, er is minder constipatie en algemeen een zachtere ontlasting. Er wordt ook minder medicatie tegen gastro-intestinale klachten gebruikt.
  • Astma verbetert: er zijn minder astma-gerelateerde klachten en minder piepende ademhaling op 1-jarige leeftijd. Bijgevolg is er ook een lager verbruik van astma-medicatie.
  • Eczeem verbetert: er is een verbetering van atopische dermatitis of eczeem en het wordt hier als een effectieve oplossing gezien. Bijgevolg is er ook een lager medicatieverbruik voor dermatologische aandoeningen.

Conclusie van het verhaal
Een gezond darmmicrobioom is belangrijk voor ieder van ons in de bestrijding van infecties en voor onze gezondheid in het algemeen. Hoe minder last we hebben van (bacteriële) infecties, hoe minder antibiotica we moeten gebruiken en hoe beter we bovendien dat darmmicrobioom in stand kunnen houden.
Baby’s worden geboren zonder een noemenswaardig darmmicrobioom. Het darmmicrobioom en daarmee ook het immuunsysteem wordt opgebouwd en vooral in de loop van de eerste 2 levensjaren zijn hierin grote veranderingen zichtbaar. Deze veranderingen zijn afhankelijk van een aantal factoren. Een van deze factoren is de manier van voeden: borstvoeding of flesvoeding. Borstvoeding bevat immers prebiotische vezels en ook gunstige bacteriën, die een positieve invloed hebben op het zich ontwikkelende darmmicrobioom en op het immuunsysteem in het algemeen.
Koemelkallergische kinderen starten in een nadelige positie, want door hun allergie treedt het immuunsysteem vaak onnodig in werking en dit effect is ook te zien in het darmmicrobioom in het algemeen. Ze zijn daardoor dan ook meer vatbaar voor infecties, hebben vaker gastro-intestinale klachten, last van astma of van eczeem. Om het darmmicrobioom en het immuunsysteem optimaal te ondersteunen is borstvoeding door een moeder op een koemelkeiwitvrij dieet dan ook aangewezen. Is borstvoeding niet mogelijk, dan is een hypoallergene zuigelingenvoeding die moedermelk zo goed mogelijk benadert, o.a. door de toevoeging van pre- en probiotica aangewezen.




Consultaties enkel op afspraak.
Raadpleeg mijn online agenda
of maak een telefonische afspraak.
+32(0)15 68 24 60

Natacha Van der Auwermeulen
Diëtiste & voedingsdeskundige
RIZIV: 5-64674-60-601

Mijn gezonde voeding
Bergstraat 25
2220 Heist-op-den-Berg
info@mijngezondevoeding.be
BTW BE 0700.497.475

Volg ons op facebook

Mijn gezonde voeding is lid van:
de AllergieDiëtisten & de Vlaamse
Beroepsvereniging van Diëtisten