We hebben net de Paasdagen achter de rug. Pasen is een Katholiek feest, maar voor velen moet de waarde die door het geloof aan deze feestdag wordt toegekend onderdoen voor de waarde die we eraan hechten als kinderfeest. Een feest met veel chocolade en eieren, die, als het even kan, door de Paashaas in de tuin verstopt worden. Daarmee is Pasen voor velen ook het moment dat de lente echt begint. Ook dit jaar liet het weer ons niet in de steek en konden we zelfs buiten op het terras genieten van een Paasbrunch.
Terrasjes en zonnig weer betekenen voor kinderen vaak een heerlijke frisdrank, met keuze uit diverse smaken en kleuren. Maar hoe zit dan nu precies met frisdrank? Er zit veel suiker in, dat weten we allemaal, maar is frisdrank te vermijden voor kinderen, of is het eerder zoals de bomma zegt: ‘Een beetje kan geen kwaad’ ‘ze mogen toch wel iets hebben’. En als het van de bomma komt, dan blijft het vaak ook niet bij eentje…
Algemeen kunnen we inderdaad zeggen dat frisdranken niet zo gezond zijn. Ze zitten vol suiker en chemische stoffen en ze brengen weinig of geen nuttige stoffen bij aan ons lichaam. Ook de light varianten kunnen schadelijke effecten hebben. Enkele mogelijke gevolgen van een frequent gebruik van frisdranken zijn een verhoogd risico op kanker, diabetes, Alzheimer en hartziekten, maar uiteraard is overgewicht ook duidelijk gelinkt aan een frequent frisdrankgebruik.
Specifiek naar kinderen toe zijn er de laatste jaren wat onderzoeken gebeurd naar het verband tussen gezondheidsproblemen en frisdrank. Zo vond de ABCD-studie (Is het drinken van veel frisdrank en vruchtensap slecht voor de bloeddruk bij kinderen?; de Boer, E; ABCD-studie; oktober 2016) een verband tussen een hogere inname van suikerhoudende dranken op 11/12 jarige leeftijd en een hogere systolische bloeddruk (bovendruk). Dit is mogelijk het gevolg van een verhoogde activiteit van het sympathische zenuwstelsel (het deel van het zenuwstelsel dat ook gelinkt is aan sporten en stress).
Als kanttekening dienen we hierbij te vermelden dat het merendeel van kinderen die op 5/6 jarige leeftijd meer frisdrank dronken, dat ook nog deed op 11/12 jarige leeftijd. Met suikerhoudende dranken worden zowel frisdranken als vruchtensappen bedoeld.
Gezien de vermoede link tussen de verhoogde bloeddruk en de verhoogde activiteit van het sympathische zenuwstelsel, is het vermoedelijk de fructose uit deze drankjes die hiervoor verantwoordelijk is. Uit dierstudies is immers gebleken dat fructose het autonome zenuwstelsel activeert. Bij mensen is dit echter nog onvoldoende onderzocht.
Bovendien is gebleken dat een verhoogde bloeddruk bij kinderen vaak ook resulteert in een hoge bloeddruk bij volwassenen. Om die reden is het des te belangrijker om aan preventie van hoge bloeddruk bij kinderen te doen, om hart- en vaatziekten op latere leeftijd te voorkomen.
Als laatste dienen we nog op te merken dat het intussen ongeveer algemeen bekend is dat er een verband is tussen een hoge BMI en een hoge inname van zout enerzijds en een verhoogde bloeddruk anderzijds. Het drinken van veel suikerhoudende dranken mag hier nu aan toegevoegd worden als een onafhankelijke risicofactor. Met onafhankelijk bedoelen we dat het gebruik van veel frisdrank leidt tot een hogere bloeddruk, zowel bij personen die door het gebruik van deze drankjes, of door andere redenen toenemen in gewicht en last hebben van een hogere BMI, als bij personen met een gezond gewicht. Bij personen die door het frisdrankgebruik in gewicht toenemen, leidt dit dus 2 keer tot het verhogen van het risico op een verhoogde bloeddruk: 1 keer door het gebruik van de drankjes op zich en 1 keer door de hoge BMI.
Een andere studie, uitgevoerd aan de Harvard Medical School, (Sugar-sweetened beverage consumption and age at menarche in a prospective study of US girls; Carwile, J.L. et all, Human Reproduction, volume 30 issue 3, maart 2015, p. 675-683) onderzocht het verband tussen de leeftijd waarop meisjes voor het eerst ongesteld werden en het gebruik van suikerhoudende dranken.
Zij kwamen tot de conclusie dat meisjes die dagelijks meer dan 1,5 glas frisdrank dronken, hun eerste menstruatie gemiddeld 2,7 maanden eerder kregen dan meisjes die maximaal 2 glazen suikerhoudende dranken per week dronken. Dit verband was er onafhankelijk van andere factoren, zoals BMI, lengte, totale voedingsinname en andere leefstijlfactoren, zoals lichamelijke activiteit. De oorzaak hiervoor werd nog niet vastgesteld, maar vermoedelijk heeft het te maken met een stijging van de insulineconcentratie in het bloed, waardoor er een hoger gehalte aan geslachtshormonen gevormd wordt en de menstruatie eerder op gang komt.
Een vroege start van de maandstonden is ongewenst, aangezien dit mogelijk verband houdt met het risico op borstkanker op latere leeftijd.
Een laatste onderzoek werd uitgevoerd in Nederland aan het Radboudumc en daarin werd het verband tussen gaatjes en het invoeren van een suikertaks op frisdrank onderzocht. Door het invoeren van een suikertaks van 20% op frisdrank, zal de frisdrankconsumptie verminderen, waardoor de gemiddelde Nederlander er 2 cariësvrije jaren bij krijgt, met het grootste verschil bij kinderen tussen 6 en 12 jaar. Het gebit van meisjes blijft op deze manier 6 jaar langer vrij van gaatjes en dat van jongens zelfs 9 jaar langer!
De overheid wint 2 keer op deze manier: enerzijds door de inkomsten van de taksen, anderzijds door minder uitgaven aan tandartskosten. Wanneer bovendien de winsten van deze operatie geïnvesteerd worden in het ondersteunen of goedkoper maken van gezonde voeding, dan heeft dit naast minder gaatjes ook bijkomende voordelen voor de consument.
In België bestaat er sinds 2015 natuurlijk al een suikertaks op frisdrank, maar met 0,03 EUR per liter suikerhoudende frisdrank, is dit onvoldoende om een positief gezondheidsverschil te maken.
Los van maatregelen die al dan niet door de overheid genomen worden, moet gezonde voeding vooreerst een bewuste keuze zijn. Een keuze waarin ouders ook hun kinderen begeleiden, bij voorkeur door zelf het goede voorbeeld te geven. Hierboven werden een aantal gezondheidsvoordelen beschreven van het vermijden of beperken van frisdrank. Als conclusie willen we dan ook stellen dat water een eerste keuze drank moet zijn. Ter afwisseling kunnen 1 à 2 glazen frisdrank per week gebruikt worden, hoewel deze zeker niet nodig zijn binnen een gezond voedingspatroon. Met frisdranken bedoelen we zowel de suikerhoudende frisdranken en sappen, maar even goed de zoetstof bevattende dranken.
Water drinken zorgt voor een goede hydratatie dan dat heeft heel wat voordelen:
- Je hebt meer energie.
- Je kan je beter concentreren.
- Je krijgt er een stralende huid van.
- Het voorkomt hoofdpijn.
- Het houdt je fris bij warme temperaturen.
Kleuters hebben gemiddeld een behoefte aan 1 liter water per dag, vanaf de lagere schoolleeftijd is dat 1,5 liter per dag en bij warm weer zelfs meer, omdat je meer vocht verliest door te zweten.
En water drinken hoeft zeker niet saai te zijn:
- er zijn een hoop coole drinkbussen beschikbaar,
- je kan een beetje fruit persen of mixen en aanvullen met water,
- je kan ook schijfjes fruit toevoegen aan je water om smaak af te geven, of
- je kan je kinderen zelf hun watercocktails laten maken door potjes met schijfjes fruit en kruiden zoals munt en citroenmelisse klaar te zetten en ze zelf een smaakje aan hun water te laten geven.
Mijn gezonde voeding wenst jullie dan ook een warme lente en zomer toe met heerlijk verfrissende watercocktails!