Winterse wok van spruitjes, prei, schorseneren, paddenstoelen en aardappelen met zeewolf

Indien je verse schorseneren gebruikt: trek plastic handschoenen aan en was en schil de schorseneren en snij in stukken van +/-5cm lengte. Leg ze in koud water met een beetje citroensap tot je ze gebruikt. Verwijder het afval van de schorseneren en maak het aanrecht proper. Vanaf nu kan je indien gewenst zonder handschoenen verder werken.
Indien de spruitjes nog gekuist moeten worden, was en kuis dan nu de spruiten.

Was en schil de aardappelen en snij ze grof (stukken ter grootte van een spruit).

Verhit de olie in de wokpan. Voeg paprikapoeder (+/- 1 theelepel) en lookpoeder (+/- 1 dessertlepel) en eventueel een beetje zout toe, om de olie op smaak te brengen. Roer de kruiden rond in de olie en voeg de aardappelen toe. Roer regelmatig rond (blijf de inhoud van de wok regelmatig omzetten zo lang de pan op het vuur staat).

Schil en was de rode ui, snij elk uitje in 8 stukken en voeg toe aan de wok.

Halveer de spruiten en voeg toe aan de wok. Voeg eveneens de verse of diepgevroren schorseneren toe.

Was en kuis de prei en snij in ringen. Was nogmaals en voeg toe aan de wok.

Borstel de champignons, snij in 4 stukken en voeg toe aan de wok.

Verhit de margarine in een pan. Kruid de vis aan beide zijden met peper en indien gewenst met een beetje zout. Leg de zeewolf in de pan en bak aan beide zijden tot hij gaar is (de gaartijd varieert in functie van de dikte van de vis).

De wok is klaar zodra de aardappelen gaar zijn, de groenten mogen nog licht knapperig zijn.

Dresseer het wokgerecht en de vis op de borden en werk af met enkele schilfers Parmezaanse kaas. Smakelijk!